Vanuit de belevingsgerichte zorg (met name voor mensen met dementie) blijkt dat onze eerdere modellen van wat werkelijk telt voor mensen de echt belangrijkste factor hebben ‘gemist’. Bijvoorbeeld aan de hand van (de piramide van) Maslow wordt geleerd dat pas wanneer aan de primaire behoeftes van mensen is voldaan (eten, drinken, huisvesting e.d.) de hogere behoeftes uit die piramide zoals sociale acceptatie, waardering en zelfontplooiing mogelijk zijn of zelfs dan pas ‘aan de orde zijn’.
Dit ‘plaatje’ van Maslow (hij heeft zelf nooit die ‘piramide’ getekend of gebruikt, dat hebben anderen gedaan) blijkt hiërarchisch fundamenteel verkeerd in elkaar te zitten. Het wordt gebruikt als generiek model om van onder naar boven naar de behoeften van mensen te kijken, ook in de zorg voor mensen met dementie. In de praktijk zie je dan ook dat dergelijke zorg zich hoofdzakelijk op de onderste twee lagen richt, vooral in de zorg die beperkte financiële middelen tot haar beschikking heeft. En dan wordt de echt allerbelangrijkste behoefte soms juist het ondergeschoven kindje.
“Een Mens moet Menselijk willen, voelen, denken en handelen om uiteindelijk ultieme vrede met zichzelf te bereiken. Wat een Mens kán zijn, dat moet hij zijn.” ~Paul Jansen (naar Abraham Maslow)
Uit heel veel wetenschappelijke onderzoeken blijkt echter dat de beleving van sociaal contact de allerbelangrijkste behoefte van elk mens is, en zeker van mensen met dementie in een afhankelijke positie van zorg. In mijn BrainWorkShop gebruik ik mijn plaatje van de conclusie uit al deze onderzoeken. Vooral de mensen die de zorg aan mensen met dementie verlenen, die ‘het werk doen’, herkennen dit model:
Het allerbelangrijste voor elk mens is het ervaren van verbondenheid! Je verbonden voelen met andere mensen (relaties), met je omgeving, met je ervaring van je gezondheid en verbonden met het gevoel dat je leven zinvol is. Onder anderen mijn collega’s in Seoul hanteren dit als basis voor hun hele aanpak van ouderen in het algemeen en mensen met dementie in het bijzonder. En met mijn Deltaplan Dementie 2.0 probeer ik die benadering en focus ook bij de Nederlandse overheden en zorginstellingen te stimuleren.
Het plaatje van de Piramide van Maslow is daarom toe aan een ´update´, een 2.0 versie. Daar heb ik een poging toe gedaan, vooral om de ´harde´ elementen van zorg bij dementie nadrukkelijk ook in de context van ´sociale acceptatie´ te brengen. Dus niet ´eest eten, slapen, orde en veiligheid en dan daarna de rest’ (als we daar dan nog aan toekomen) maar eerst de erkenning van het belang van beleving van sociale verbondenheid en dat eten, slapen, orde en veiligheid zo worden ingezet en ingericht dat het maximaal bijdraagt aan die grootste menselijke sociale behoefte. zo dus:
Ik heb gemerkt dat met dit aangepaste model veel ‘problemen’ kunnen worden verklaard, zoals wanneer elementen in de omgeving van mensen met dementie niet kloppen met de doelstelling dat die omgeving allereerst de sociale behoefte van de bewoners aan met name het gevoel van het erbij horen moet versterken, en zeker niet moet verminderen. Ik zie soms instellingen die de inrichting van de omgeving van mensen met dementie vooral hebben gedaan op basis van hun persoonlijke ‘hogere’ behoefte aan status, prestige en zelfwaardering en daarbij de primaire behoefte van zowel zichzelf als van de bewoners uit het oog zijn verloren.
Paul Jansen slaat de spijker op de kop met zijn versie van de piramide van Maslov. Als een mens (met dementie) geen liefde, genegenheid en aanwezigheid van familie ervaart voelt hij zich vaak buitengesloten, alleen, en dan brokkelen de bovenliggende lagen af.
Heb het regelmatig zien gebeuren, ze trekken zich terug in zichzelf, eten slechter, slapen minder, ontspannen zich minder, staren voor zich uit en bewegen minder. Voelen zich onbegrepen, onmachtig en bij tijden boos.
Daarom is het zo belangrijk dat hun omgeving begrijpend is, warm, een omgeving die zich richt op hun mogelijkheden zodat er vertrouwen ontstaat en ze uitdaagt en positief prikkelt. Dan pas kunnen mensen met dementie groeien en weer opbloeien. Ben er nog steeds heilig van overtuigd.
Paul Jansen slaat de spijker op de kop met zijn versie van de piramide van Maslov. Als een mens (met dementie) geen liefde, genegenheid en aanwezigheid van familie ervaart voelt hij zich vaak buitengesloten, alleen, en dan brokkelen de bovenliggende lagen af.
Heb het regelmatig zien gebeuren, ze trekken zich terug in zichzelf, eten slechter, slapen minder, ontspannen zich minder, staren voor zich uit en bewegen minder. Voelen zich onbegrepen, onmachtig en bij tijden boos.
Daarom is het zo belangrijk dat hun omgeving begrijpend is, warm, een omgeving die zich richt op hun mogelijkheden zodat er vertrouwen ontstaat en ze uitdaagt en positief prikkelt. Dan pas kunnen mensen met dementie groeien en weer opbloeien. Ben er nog steeds heilig van overtuigd.
Paul Jansen slaat inderdaad de spijker op zijn kop met zijn interpretatie van het model van maslow bij mensen met dementie. Het model van Paul Jansen kan gebruikt worden om niet dementerenden beter te helpen in het begrijpen wat een mens met dementie nodig heeft.
Paul Jansen slaat inderdaad de spijker op zijn kop met zijn interpretatie van het model van maslow bij mensen met dementie. Het model van Paul Jansen kan gebruikt worden om niet dementerenden beter te helpen in het begrijpen wat een mens met dementie nodig heeft.