De échte problemen van de langdurige zorg

In Medisch Contact Nr. 8 van 19 februari 2015 schreef Lieke de Kwant (pag. 334-337) het artikel “De échte problemen van de langdurige zorg”.  Dit is een reactie daarop.

Mijn ongenuanceerde eerste reactie op de belerende meningen van vijf hoogleraren ouderengeneeskunde (langdurige zorg) is dat juist hun misplaatste meningen, die ze ook nog eens aan studenten ‘ leren’, het èchte probleem in de langdurige zorg zijn. Maar dan zou ik de juweeltjes en de onzin samen op één hoop gooien. Dus ga ik geheel tegen mijn natuur in nuanceren 😉

Toen ik de kop (‘Samenleving heeft irreële verwachtingen van de laatste levensfase’) las had ik meteen de pest in. Vanuit het kleine wereldje van de langdurige ouderenzorg academici wordt de hele samenleving ‘op één hoop gegooid’ en meteen ingevuld dat wij, de samenleving dus, geheel ten onrechte alleen maar kommer en kwel in de Nederlandse verpleeghuizen zien, want die is er helemaal niet… oorik voelde meteen de duim-en-wijsvinger van een dominant leermeestertje om mijn oorlel. En dan blijk ik ook nog in gezelschap van pers en politiek en samen met u (publiek) niet te (willen) weten hoe het allerlaatste stukje van een mensenleven eruit kan zien. Volgens Lieke de Kwant denigreren alle vijf Nederlandse hoogleraren ouderengeneeskunde ons precies zo.

Na, via de referentie van de journaliste naar de moeder van de staatssecretaris, de uitleg van mijn mening dat Martin van Rijn dit artikel niet beter had kunnen doen bekruipt mij het gevoel dat dit artikel misschien als windvanger voor de staatssecretaris bedoeld is, en ik wilde weten wie nu precies, Lieke de Kwant en/of de hoogleraren, deze ongenuanceerde en denigrerende boodschap zo gericht bedoelt. Op de website van het Medisch Contact staat bij het artikel een klein filmpje van Cees Hertogh waarin hij een genuanceerde tekst uitspreekt die in hoog contrast staat met de eenzijdige stelligheid van het artikel. Interessant dus. Maar wat de rest van het artikel gaat worden is dat de vijf (enige) hoogleraren die zich bezighouden met langdurige ouderenzorg ‘hun academische visie [wilden] geven op de almaar weer opvlammende verontwaardiging over de ‘slechte’ Nederlandse verpleeghuizen’. Einde citaat. Kaboom. Kijk, zo zet je een samenleving pas echt goed weg.

Er gaan in het artikel in Medisch Contact zes stellingen volgen waarvan u, ik, wij allemaal inclusief de Staatssecretaris kunnen/moeten leren. Inmiddels is bijna ongemerkt het aantal van vijf hoogleraren achter het artikel gereduceerd tot twee, en wel tot Cees Hertogh en Wilco Achterberg.

Statler_and_WaldorfIn stelling #1 (1. De publieke verontwaardiging ontstaat vooral door de botsing tussen verwachtingen en realiteit) ontpoppen beide hoogleraren zich als Statler en Waldorf en is het alsof we in de Muppetshow terecht zijn gekomen. Ze schetsen, elkaar steeds aanvullend, een dramatisch negatief beeld van ‘de realiteit’, die wij maar niet snappen. Zonder dat ze het zelf in de gaten lijken te hebben zetten ze ons allemaal weg als onwetende, wereldvreemde positivo’s terwijl de (hun) realiteit is: tilliften, euthanasie, geheugenverlies, vreemd gedrag, incontinentie en uiteindelijk nauwelijks meer staan of zitten en contracturen. Uw ouwedag in enkele steekwoorden van hoogleraren, dus die kloppen. Ik zeg niet dat ze liegen, maar ik zeg wel dat het een nog veel eenzijdiger ongelooflijk negatief beeld is dan de positieve verwachtingen die ‘de samenleving’ volgens hen heeft.

In stelling #2 (De sector zelf houdt het irreële beeld van de laatste levensfase mede in stand) steken ze de hand in de boezem van de mensen die ze zelf opleiden. Oh nee, toch niet. Websites van zorginstellingen die een (te) positieve voorstelling van zaken geven zijn de boosdoeners. Er worden ook wat collega’s uit de internistische ouderen-geneeskunde neergesabeld (Rudi Westerdorp en Andrea Maier) want ook die verkeerde mensen verstoren de boodschap dat succesvol ouder worden ONmaakbaar is: het (tilliften, euthanasie, geheugenverlies, vreemd gedrag, incontinentie, nauwelijks meer staan of zitten en contracturen) is onvermijdelijk… Projecteert Achterberg hier zijn eigen persoonlijke angst wanneer hij de idee van ZonMw om opname in een verpleeghuis zoveel mogelijk te voorkomen radicaal vertaalt in dat een verpleeghuisopname dus ‘falen’ is? Of doet Lieke dat?

Gelukkig vindt ik Achterberg weer even terug aan mijn kant in een letterlijke quote die onder zijn foto staat: ‘Vaak is het beter om mee te gaan met de lichamelijke achteruitgang in plaats van mensen koste wat kost weer proberen te laten staan.’ wat me uit het hart gegrepen is. Ik vraag me intussen wel steeds meer af in hoeverre dit artikel van Medisch Contact überhaupt recht doet aan wat beide hoogleraren werkelijk menen en leren.

Met stelling #3 (Vergeleken met het buitenland en het recente verleden gaat het heel goed in de verpleeghuizen) zakt het peil van het artikel nog verder wat mij betreft. Elk argument in de lijn van ‘het kan altijd slechter‘ is wel een heel vreselijk en ongepast argument om te ‘bewijzen’ hoe goed verpleeghuizen het eigenlijk doen. Jazeker, we doen met elkaar een hele hoop dingen hartstikke goed. Even lijkt het alsof ik weer helemaal op dezelfde pagina zit met Achterberg en Hertogh: vermindering vrijheidsbeperkende maatregelen, zorgplannen, belevingsgerichte zorg; het zijn zeker heel goede zaken en verworvenheden. Hier hoor ik (denk ik) de hoogleraren zelf aan het woord. Ik houdt mijn adem in…

keep-calm-because-this-is-bullshitMet stelling #4 (Inspectierapporten over verpleeghuizen moeten met een korrel zout worden genomen) ben ik weer teleurgesteld: een hele discipline wordt door twee leraren een kopje kleiner gemaakt… Het blijkt, volgens het artikel, allemaal over hun eigen interpretatie van rapporten te gaan en hun inschatting dat wij de nuance achter die beweringen zeker niet zullen snappen, dus helpen ze ons een handje. Dus als de Inspectie zegt ‘incontinentie niet voldoende onder controle‘ dan betekent dit dat het eigenlijk allemaal juist prima in orde is, maar dat er theoretisch geneuzel is van artsen die de patiënten niet eens kennen. Nee, dat toezicht gaat lang niet altijd over échte kwaliteit en dat weten alleen deze twee meesters… Vervolgens wordt genoemd dat de Inspectie helemaal niet naar de inhoud van een zorgplan kijkt maar alleen of er een handtekening onder staat. Als dat echt waar is dan hebben de mannen een heel groot punt. Vindt ik. En ook hier lukt het met name Hertogh om juist de ontbrekende nuance weer terug in het artikel te brengen in zijn pleidooi voor aandacht voor het zachte deel van zorg, en Achterberg valt hem bij… Gelukkig.

Stelling #5 (Er moet meer aandacht komen voor de échte problemen in de langdurige zorg) was dacht ik net behandeld onder #4 (kwaliteit zorgrelatie) maar blijkbaar toch niet zo te zijn. De eigen winkel van de hoogleraren komt nu om de hoek: opleiden. En ik ben helemaal met hen. In mijn eigen werkveld (dementie) roep ik al jaren “Dementievriendelijk is goed; Dementiewijs is beter.” en inmiddels probeert de Stichting Dementiewijs daar handen en voeten aan te geven. Kennis op maat is de basis van wijsheid! En ik sluit me 110% aan bij de uitspraak van Achterberg: ‘Als we serieus werk willen maken van de participatiemaatschappij, dan moeten we mensen van jongs af aan leren dat de verzorging van onze ouderen er ook bij hoort.’ Amen.

Met stelling #6 (De academische netwerken ouderengeneeskunde laten zich te weinig zien) zijn er ineens weer vijf hoogleraren die blijkbaar zelf vinden dat ze te veel op de achtergrond werken. Ze zoeken actiever de publiciteit. Als dat gepaard gaat met het in de rondte zwaaien met zwaarden zoals in dit artikel gebeurt lijkt me dat geen goed idee. Maar wie, net als ik, tussen de regels door toch heel waardevolle informatie en visie uitspraken ontdekt denkt vast, net als ik, dat de échte positieve bijdragen die de hoogleraren en hun netwerken hebben zeker onvoldoende belicht zijn tot-en-met nu toe. En het artikel in Medisch Contact is een heel verdraaide manier om hier verandering in te brengen. Een 9 voor de poging en een 3 voor de uitvoering. plusminMaar misschien werken die punten van mijn kritiek op dit artikel juist heel goed voor de Hoogleraren om mee te mogen tellen bij het ministerie van VWS en het Zorginstituut Nederland. Dat lijkt de natte droom te zijn… Dus misschien is het toch wel een heel goed artikel.

Intussen pleit ik voor eerherstel van de vijf hoogleraren. Het artikel in Medisch Contact heeft hen voor mij (en daarmee dus voor iedereen, de maatschappij, de politiek, de pers) in de kwalijke hoek van betweterige belerende ongenuanceerde respectloze narcisten gezet. Wat ik tussen de regels heb gelezen rechtvaardigt dat niet. En uit hun eerhestel volgt vanzelf ons eerherstel. Vandaar.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.